Nadat u een licentieservermodel hebt gekozen, selecteert u een of meer netwerkservers waarvan u uw licenties wilt beheren.
- Zorg ervoor dat servers toegankelijk zijn voor alle clientmachines en beschikbaar zijn wanneer licenties worden aangevraagd.
- Servers moeten draaien op een ondersteund besturingssysteem in een stabiel netwerk dat niet vaak opnieuw wordt opgestart. Regelmatig opnieuw opstarten kan het licentiebeheer verstoren.
- Servers moeten communiceren met poorten 2080 en 27000-27009, de poorten die NLM gebruikt. Hoewel deze poorten configureerbaar zijn, kan het wijzigen ervan conflicten met andere toepassingen veroorzaken. Vermijd het wijzigen van poortnummers.
Opmerking: uw netwerk kan Windows-, macOS- en Linux-servers in elke combinatie bevatten.