Een netwerklicentiebestand verkrijgen en installeren

Genereer alleen in de volgende gevallen een nieuw licentiebestand voor uw netwerkserver:

• U schaft een licentieabonnement aan of u verlengt een licentieabonnement. 
• U voegt abonnementen toe aan een product met een netwerklicentie. 
• U voegt producten toe aan uw netwerklicentieserver. 
• U voegt licenties toe aan een nieuwe versie van een netwerklicentieproduct.
• U wijzigt uw netwerklicentieserver. 
• U configureert uw netwerklicentieserver opnieuw.

Om een licentiebestand te genereren, hebt u de volgende gegevens nodig:

• Voor een model met één server: de hostnaam en het MAC-adres van de server (host-ID van 12 tekens)
• Voor een redundant servermodel: de serverhostnamen en MAC-adressen van de primaire server en de twee back-upservers
• Voor een gedistribueerd servermodel:
  • Het aantal servers
  • De hostnaam en het MAC-adres van alle servers
  • Het aantal abonnementen op elke server

Opmerking: voor beschrijvingen van de verschillende servermodellen raadpleegt u Uw licentie plannen

1. Wanneer u op een lokale computer bent aangemeld met beheerdersrechten, klikt u op Alle programma's > Autodesk > Netwerklicentiebeheer > LMTOOLS-hulpprogramma.
2. Klik in LMTOOLS op het tabblad Systeeminstellingen.
3. Zoek het vak Computer/Hostnaam. In dit vak staat de hostnaam.
4. Zoek het vak Ethernetadres. Het adres van 12 tekens is de host-ID, ook wel het MAC-adres genoemd.
   
   Opmerking: als uw server meer dan één Ethernet-adapter heeft, selecteert u een adapter die overeenkomt met een MAC-netwerkadapter.
5. Sluit LMTOOLS.

1. Open de Windows-opdrachtprompt.
2. Typ ipconfig /all. Er wordt een lijst met configuratiegegevens weergegeven.
3. Via het gedeelte Windows IP-configuratie, noteert u de hostnaam.
4. Via het gedeelte LAN-verbinding van Ethernetadapter, voert u het MAC-adres zonder de streepjes in. Het MAC-adres is uw host-ID van 12 tekens.
   
   Opmerking: als uw server meer dan één netwerkadapter heeft, selecteert u de adapter die overeenkomt met een fysieke netwerkadapter. Bekijk het veld Beschrijving boven elk MAC-adres. Wanneer u meer dan één fysieke netwerkadapter hebt, is het niet van belang welke u gebruikt. De apparaten zoals VPN-adapters, PPP-adapters, en draadloze apparaten of Bluetooth-apparaten zijn ongeldig.
5. Sluit de Windows-opdrachtprompt.

1. Open een Terminal-venster.
2. Ga naar de map waarin lmutil is geïnstalleerd.
3. U kunt de hostnaam ophalen door het volgende in te voeren:
   ./lmutil lmhostid -hostname
4. Haal de host-ID op (het MAC-adres) door het volgende in te voeren:
   ./lmutil lmhostid

Wanneer u nieuwe licenties van Autodesk-software aanschaft, kan Autodesk u een serienummer en productsleutel sturen, die u kunt gebruiken om een licentiebestand te genereren. U kunt deze informatie ook vinden in uw Autodesk-account.

Als u een netwerklicentie wilt genereren, moet u een beheerder zijn. U moet ook over een abonnement met toegang voor meerdere gebruikers beschikken voor het product waarvoor de netwerklicentie is vereist. Als u een mix van producten hebt en een licentiebestand voor alle producten wilt genereren, kunt u dit voor één product tegelijk doen.

Opmerking voor contractmanagers en softwarecoördinatoren: als u een licentiebestand wilt genereren voor een product met permanente licentie of een product zonder abonnement, gaat u naar Klassieke productweergave op de pagina Alle producten en services in het Autodesk-account. Zoek uw product en genereer het licentiebestand.

1. Meld u aan bij een Autodesk-account op manage.autodesk.com.
2. Zoek uw product onder Alle producten en services. U kunt met Zoeken het aantal weergegeven producten beperken.
3. Klik in de producttegel op Details weergeven en kies een productversie.
4. Klik op de pagina met productgegevens op Licentiedetails. Als uw product geen netwerklicentietype heeft, wordt het venster Details weergeven niet weergegeven.
5. Selecteer in het venster Licentiedetails de optie Netwerklicentiebestand genereren.
6. Kies op de pagina Netwerklicentiebestand genereren een licentieservermodel en klik op Selecteren.
7. Geef de Servernaam en de Server-ID (het MAC-adres) op.
8. Klik op Producten toevoegen. 
9. Klik in het dialoogvenster 'Producten toevoegen aan server' op een of meer producten die u aan deze licentieserver wilt toevoegen en klik op Toevoegen.
10. Klik op Licentiebestand genereren.

Wanneer u uw licentiebestand hebt, slaat u het op in de map waarin u de Netwerklicentiebeheerder hebt geïnstalleerd. U kunt elke gewenste bestandsnaam kiezen, maar u moet wel de extensie .lic gebruiken. Hier volgen enkele voorbeelden van locaties voor licentiebestanden voor verschillende besturingssystemen:

• Windows: C:\Autodesk\Network License Manager\Licenses
• macOS: /Users//local/flexnetserver
• Linux: /opt/flexnetserver

Nadat u uw licentiebestand hebt opgeslagen, bevestigt u dat het de juiste informatie bevat. Uw licentiebestand werkt alleen op een computer met het MAC-adres dat u hebt opgegeven toen u de licentie hebt verkregen.

1. Open het licentiebestand in een teksteditor. Gebruik geen tekstverwerkingsprogramma als Microsoft Word. Anders kunt u opmaakfouten introduceren of het bestand per ongeluk wijzigen.
2. Controleer of het MAC-adres overeenkomt met het adres van uw server. In de eerste regel van het licentiebestand, beginnend met SERVER, worden uw hostnaam en het MAC-adres weergegeven. Als deze niet overeenkomen, vraagt u een nieuw licentiebestand aan met de juiste gegevens.
3. Verifieer de bestandsnaamextensie. Het moet .lic zijn en niet .txt of .doc.